De tweede dag staat in het teken van zorgen dat we weer bereikbaar zijn. Ik word erg onrustig van het feit dat we geen internetverbinding hebben en dat mijn telefoon qua batterij hard leegloopt en de stekkeradapters waarschijnlijk ergens in een container tussen R'dam en B'bane zwerven.
Snel naar Harvey Norman, de lokale Expert, om dit alles te organiseren. Een beetje een duffe gast helpt ons maar we durven niet zo goed tegen hem te zeggen dat 'ie gewoon slecht helpt. Hebben de avond ervoor Gert-Jan, de NL commercieel directeur van Brisbane Airport op de borrel gehad en die wist ons te vertellen dat Australiërs iedere vorm van feedback als een persoonlijke aanval zien en daar heel slecht van slapen. Oef, daar zit voor mij in ieder geval dan nog een aandachtspunt.
We bedenken een smoes dat Nout bijna moet slapen en dat we in het kader van tijd opsplitsen. Ik werk met die duffe gast onze internetaansluiting af en Jap gaat met een ander aan de slag voor stekkers, microfoontje voor de laptop, een TomTom en z'n probleem met z'n telefoon. Een goede keuze, Jap heeft in dezelfde tijd al zijn dingen geregeld terwijl ik nog naar het gezeur van die pief zit te luisteren. Maar goed, hoef niet met het jong te trouwen, hij moet me alleen internet verkopen.
En wat ben ik blij als we weer online zijn! Alsof ik gered ben van het onbereikbare ravijn waarin we dreigden te vallen! Grandioos. 's Middags besluiten we de buurt nog wat te verkennen in onze hagelwitte Hyundai. Palmbomen, oude pakhuizen, hypermoderne woningen en authentieke houten Queenslanders sieren hier de straten. Gaaf! Dit gaat helemaal goed komen hier.
WL,
Eef
welkom thuis!
BeantwoordenVerwijderen